rTMS bij OCS
Kenmerkend voor een obsessief-compulsieve stoornis zijn dwanggedachten (obsessies) en dwanghandelingen (compulsies). Dwanghandelingen of -gedachten kunnen enorme impact hebben op het dagelijks leven van een OCS-patiënt en zijn vaak lastig te behandelen met de gebruikelijke combinatie van medicatie (antidepressiva) en gedragstherapie. Voor sommige patiënten is deze combinatie genoeg om het leven dragelijker te maken maar voor een grote groep mensen leveren deze behandelingen helaas nauwelijks verbetering op.
Bij OCS is er, net als bij depressie, sprake van ontregeling van verschillende neurale netwerken. De laatste jaren komt er meer en meer wetenschappelijk bewijs dat rTMS een positief effect kan hebben op de symptomen. Er zijn een aantal hersengebieden die gestimuleerd kunnen worden met rTMS die tot een positieve invloed kunnen hebben op het klachtenbeeld. De meest gunstige resultaten worden behaald met het dempen van de rechter prefrontale schors en van de zgn. pre-SMA (Supplementary Motor Area) via laagfrequente stimulatie.
EEG-Brainmapping laat vaak overactiviteit zien in bepaalde hersengolven rond de pre-SMA. Deze overactiviteit hangt samen met een verminderd vermogen om tot closure te komen en dingen los te kunnen laten. Zo kan er in de loop van de tijd een diep ingesleten, dominant patroon ontstaan in de fysiologie van het brein waarbij het steeds lastiger wordt om van los te komen. Dit probleem is moeilijk op te lossen via enkel gedragstherapie, maar in combinatie met rTMS waarmee de fysiologische “onderlaag” kan worden bereikt, is er vaak meer mogelijk.
In plaats van de gebruikelijke 3x per week kan bij OCS intensief behandelen ook een goede optie zijn, hierdoor krijgt het brein namelijk minder gelegenheid/tijd om weer te vervallen in het oude OCS-patroon.